Zelfstandige in hoofd- of bijberoep?

Dus jij overweegt om zelfstandig te worden in hoofd- of bijberoep? Mooi, dat is alvast een eerste stap naar het ondernemerschap! Hoe ingrijpend die stap voor jou zal worden, dat bepaal je zelf. Wij zetten de voorwaarden en to do’s van je keuze even op een rijtje.
Als zelfstandige kan je activiteiten uitoefenen in hoofdberoep of in bijberoep. Wie 100 % op eigen benen wil staan, doet dat in hoofdberoep. Je zelfstandige activiteit is dan je belangrijkste bezigheid. Je hebt dus geen arbeidsovereenkomst met een werkgever.
Wil je die sprong nog niet helemaal wagen, dan kan je zelfstandige worden in bijberoep. In dat geval oefen je naast je zelfstandige activiteit nog een job in loondienst uit (voor ten minste 50 %).
Hoe start ik?
Starten als zelfstandige, in hoofd- óf in bijberoep, doe je niet zonder eerst de nodige administratieve formaliteiten te vervullen. Een aantal zaken moet je zelf in orde brengen, voor de meeste andere kan je een beroep doen op een erkend ondernemingsloket (De erkende ondernemingsloketten | FOD Economie (fgov.be)).
Een overzichtje van je eerste taken als zelfstandige in spe:
- Open een zichtrekening. Als zelfstandige moet je een zichtrekening op naam van je zaak hebben bij een Belgische bank. Een slim advies: houd je privé- en professionele bankverrichtingen goed gescheiden.
- Check je vergunningen. Voor sommige sectoren heb je een vergunning nodig, denk bijvoorbeeld aan een alcohol- of eetwarenvergunning. Steek best vooraf eens je licht op bij je gemeente of beroepsfederatie.
- Schrijf in bij de Kruispuntbank van Ondernemingen. Dit is een verplichting voor startende ondernemers, net zoals de aanvraag van een (uniek) ondernemingsnummer.
- Activeer je ondernemingsnummer als btw-nummer. Zo kan het innen en doorstorten van de btw vlot verlopen.
- Check bijkomende vergunningen of registraties. Ga na of er voor jouw beroep bijkomende verplichtingen gelden, zoals een export- of milieuvergunning of specifieke reglementeringen voor dienstverlenende beroepen.
- Sluit aan bij een sociaal verzekeringsfonds en bij een ziekenfonds. Op die manier ben je sociaal beschermd als zelfstandige en ben je ook in orde met de ziekteverzekering.
- Richt een vennootschap op. Tenzij je natuurlijk kiest voor een eenmanszaak.
- Met welke (vaste) kosten moet ik zoal rekening houden?
Het is altijd verstandig om een veilig businessplan op te stellen vooraleer je je onderneming opstart. Naast het nodige budget om je zaak dagdagelijks draaiend houden, calculeer je best ook enkele extra (vaste) kosten in:
- Opstartkosten. Reken voor de oprichting van een eenmanszaak op een prijskaartje van rond de € 160. Voor een vennootschap zit je al snel rond de € 1.500 euro.
- Sociale bijdragen. In ruil voor deze bijdragen geniet jij sociale bescherming. De berekening gebeurt op basis van je netto belastbaar inkomen.
- Provinciebelastingen. Hier hanteert elke provincie een eigen tarief dat ergens tussen de € 60 en € 130 zit. Hoe groter de oppervlakte van je bedrijf, hoe hoger de rekening.
- Belastingen. Zelfstandigen met een eenmanszaak betalen personenbelasting op het totaal van hun inkomsten uit hoofd- en bijberoep. Kies je voor een vennootschap? Dan betaal je belasting op je winst.
- Verzekeringen. Als ondernemer (natuurlijk persoon of vennootschap) moet je je verzekeren tegen onvoorziene tegenslagen als ziekte, brand, arbeidsongevallen e.a. Sommige verzekeringen zijn verplicht, andere sterk aan te raden.
- Boekhouder. Toegegeven, ook een niet te verwaarlozen kost. Maar de boutade luidt niet voor niets: een goede boekhouder betaalt zichzelf dubbel en dik terug.
Kom ik in aanmerking voor het statuut student-ondernemer/student-zelfstandige?
Ben je student en heb je ambities als ondernemer? Dan kan je onder bepaalde voorwaarden genieten van een bijzonder statuut.
Om verwarring te vermijden: het statuut ‘student-ondernemer’ is niet hetzelfde als dat van ‘student-zelfstandige’. Heel wat hogescholen en universiteiten bieden student-ondernemers bepaalde faciliteiten aan om hun studieverplichtingen beter af te stemmen op hun zelfstandige activiteit, bijvoorbeeld het verzetten van examens of stages. Welke ondersteuning je krijgt, hangt sterk af van de instelling waar je les volgt. Het statuut student-ondernemer heeft geen juridische gevolgen.
Het statuut van student-zelfstandige is daarentegen een officieel fiscaal statuut. Student-zelfstandigen zijn tussen de 18 en 25 jaar, volgen een volwaardige opleiding bij een erkende onderwijsinstelling en hebben een zelfstandige beroepsactiviteit of zijn van plan die uit te oefenen. Met het statuut van student-zelfstandige geniet je onder bepaalde voorwaarden voordeliger fiscale tarieven. Verder gelden voor jou de algemene vereisten om te starten als zelfstandige.
Meer info over de twee statuten? Neem een kijkje op: Statuut van student-zelfstandige | Agentschap Innoveren en Ondernemen (vlaio.be).
Benieuwd naar je financiële plaatje als zelfstandige in hoofd- of bijberoep?